De zoektocht naar grond

‘’Wat hebben wij een bijzondere tijd gehad. We zijn nu twee jaar bezig en dat was een hele leuke en leerzame periode’’. Zo sluiten Rob Cozzi en Arianne Doeleman het gesprek af dat ik met hen had over de inspanningen om een plek voor de Herenboerderij Nijmegen te vinden. ‘’We hebben in korte tijd meer geleerd over landbouw en grondverwerving dan in tientallen jaren ervoor’’. Tegelijkertijd heeft het verhaal van Rob en Arianne veel weg van een heuse trektocht. Want het vinden van een plek om de eerste Nijmeegse Herenboerderij te gaan stichten, gaat niet vanzelf. Laat ik jullie als lezers van deze nieuwsbrief meenemen in de uiteenlopende onderwerpen die komen kijken bij het verkrijgen van grond voor onze gemeenschappelijke droom.

Wat zoeken we eigenlijk?

De ideale Herenboerderij vraagt een oppervlak van ongeveer 20 hectare geschikte grond. Op ongeveer de helft hiervan zouden dan pakweg 10 vleeskoeien worden gehouden (heel extensief dus), om in vleesbehoefte te voorzien, maar ook om de mest te kunnen gebruiken in de akkerbouw. De andere helft van de boerderij zou bestaan uit een boomgaard, groente- en aardappelteelt en andere akkerbouw. Op dit deel van de grond komen ook de scharrelkippen en varkens op de boerderij en verbouwen we tevens ons veevoer. Mocht het zo uitpakken dat de vleeskoeienhouderij niet past, dan zou pakweg 10 hectare ook volstaan en zoeken we samenwerking met andere partijen voor de vleesverkoop. Op het perceel hoeft niet noodzakelijkerwijs een boerderij (boerenwoning) te staan, maar schuren voor koeling, opslag, materialen en ontvangst van leden is wel heel wenselijk.

Wat maakt grond geschikt?

De geschiktheid van grond wordt voor een groot deel bepaald door de waterhuishouding, vertelt Rob. Je kan water nou eenmaal makkelijker toevoegen aan grond dan eruit halen. Dus zware, natte rivierklei die je ziet in delen van de Ooijpolder, daar kunnen we niet mee uit de voeten. Meer zanderige grond moeten we bevloeien, misschien moet er zelfs teeltgrond op worden aangebracht, maar dan kunnen we zeker van start! De geschiktheid van de grond wordt grotendeels bepaald door de mate waarin je terplekke in staat bent om een lang groeiseizoen te draaien en dan ook het land op wilt kunnen, vertelt Arianne. In onze zoektocht zijn we inmiddels op diverse min of meer geschikte plekken in gesprek geraakt. Denk aan de kop van Malden, Berg en Dal, de Ooijpolder en Park Lingezegen. Vanzelfsprekend houden we steeds goed in het achterhoofd waar het gros van onze potentiële deelnemers vandaan komt als we in gesprek gaan over een mogelijke vestigingsplaats.

Waren jullie al kansrijk?

Nou en of we kansrijk waren, vertelt Arianne. Er zijn hele serieuze gesprekken geweest. Sommige kandidaten hebben we zelfs al meegenomen naar Herenboerderijen elders.  Het grootste probleem tot nu toe is dat we over de grond voor een zeer lange periode afspraken willen maken. Lang niet alle eigenaren zitten hierop te wachten. Zij opteren voor een kortdurende pacht bijvoorbeeld. Ook willen mogelijke kandidaten liever nog even wachten totdat duidelijk is welke kansen het nieuwe landbouwbeleid van het kabinet biedt. En dan zijn er nog de grondeigenaren die bij nader inzien toch wat moeite hebben met het te verwachten bezoek van 200 gezinnen op het perceel.  

Met wie treden jullie zoal in contact?

Rob: ‘’We hebben inmiddels misschien al wel op 100 plekken kopjes koffie gedronken met clubs en organisaties die voor het verkrijgen van een eigen plek belangrijk zijn. En dit hebben we zeer systematisch aangepakt al zeg ik het zelf’’.

Denk om te beginnen aan natuurorganisaties als Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en het Geldersch Landschap. Met hen hebben we ingezoomd op de mogelijke kansen die ze Herenboeren Nijmegen zouden kunnen bieden. Niet eenvoudig rond Nijmegen, maar het bespreken meer dan waard. Ook is gesproken met vele organisaties die in Nijmegen werken aan voedselproductie, zoals bijvoorbeeld rentmeesters, financieel adviseurs, agrarische natuurvereniging en ZLTO. Zelfde verhaal, niet eenvoudig, maar noodzakelijk om verder te komen. 

En dan zijn er de overheden zoals de Provincie, de gemeente Nijmegen en de omliggende gemeenten. Met hen is  (en wordt) intensief afgetast wat en hoe men iets voor ons kan betekenen.

Klinkt inderdaad niet eenvoudig, waar liggen de beste kansen? Waar kunnen de potentiële leden helpen?

In al dit soort gesprekken ontmoeten we een zeer positieve basishouding. Men ziet veel in Herenboeren. Maar de spoeling van beschikbare grond is erg dun en bovendien vindt momenteel een ware slag om de ruimte plaats. Wild West taferelen rond zonnepanelen, windmolens, woningbouw en grootschaligheid. ‘’Wurm je daar maar eens tussen’’ aldus Rob.

We ervaren momenteel maar weinig regie op wat er in het buitengebied gebeurt en dat zou wel heel hard nodig zijn. Daarvoor kijken we dan toch vooral naar de overheden. Op dit moment praten we echter het meest met particulieren; grondeigenaren die in beweging willen komen en/of hun adviseurs en contacten. Wat je nodig hebt is iemand die met zijn bedrijf wil stoppen en het Herenboeren gunt om op die plek duurzaam verder te boeren. Dus wat we onze potentiële deelnemers willen meegeven, aldus Rob en Arianne:

’hou je ogen en oren heel goed open en neem contact met ons op als je een mogelijke kans voorbij ziet komen. Misschien zijn we er al mee bezig, maar misschien ook nog niet en het is net als met het kopen van een huis; het hoeft maar één keer goed te gaan! ‘’

Hans-Peter Westerbeek.

Deel dit bericht: